Wat is de betekenis van rover?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Rover

Rover - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rover

rover - zelfstandig naamwoord uitspraak: ro-ver 1. iemand die steelt en daarbij geweld gebruikt ♢ de rover gaf de winkelier een klap tegen zijn hoofd 2. regel die aangeeft dat je in een langer woord een lange klank voor een enke...

2024-04-27
Autosport ABC

Rob Wiedenhoff (2005)

Rover

Het Britse merk (opgericht in 1904) nam deel aan Tourist Trophy-races, begin twintigste eeuw. Na Tweede Wereldoorlog onder meer bij toerwagenraces, zoals het BTCC (British Touring Car Championship) en het Europees kampioenschap. De Deen Kurt Thiim won met Rover Vitesse het Deutsche Tourenwagen Meisterschaft 1986. Op Le Mans trad in 1963 (buiten med...

2024-04-27
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Rover

De droom-rover verbergt zich niet zelden in het bos. Want omdat hij een uiterst asociaal, primitief en gevaarlijk deel van ons wezen belichaamt, schuwt hij het licht en de aanwezigheid van het bewustzijn. zie Bos. zie Dief.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rover

s., rôver, rover.

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rover

1. zwerver; 2. zeeschuimer (ook: rover of the seas); 3. voortrekker [bij de padvinders].

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rover

m. (-s), 1. persoon die rooft, roof pleegt, inz. die daarvan zijn bedrijf en handwerk maakt, die van roof leeft: door rovers overvallen worden; rover en reiziger, bekend jongensspel; — zeerover. 2. roofschip. 3. dier dat van roof leeft; — roofbij.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rover

m. rovers (iem., die rooft, inz. die v. roof leeft): in de handen v. rovers vallen; rovertje spelen.