rouge
rouge - zelfstandig naamwoord uitspraak: roe-zje 1. poeder waarmee je je wangen een beetje kleur geeft ♢ oma doet elke dag een beetje rouge op Zelfstandig naamwoord: roe-zje de of het rouge
Muiswerk Educatief (2017)
rouge - zelfstandig naamwoord uitspraak: roe-zje 1. poeder waarmee je je wangen een beetje kleur geeft ♢ oma doet elke dag een beetje rouge op Zelfstandig naamwoord: roe-zje de of het rouge
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. = rood, van Lat. rubeus, van ruber = rood] rode schmink; poederige make-up om het gezicht te kleuren.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. rood; gloeiend; devenir rouge comme une pivoine, een kop als vuur krijgen; II. se fâcher tout rouge, rood worden van kwaadheid; III. ’t rood, rode kleur; rood blanketsel; rode [republikein, socialist]; ordinaire rode wijn; bâton de rouge, lippenstift; rouge, rode bal; rode kaart.
Jacon Kramers Jz (1948)
(Fr.) 1. o. toiletmiddel om (lippen en) wangen rood te kleuren; 2 ai. rood; —et-noir, o. rood-en-zwart (kansspel met balleijes of kaarten); ~ végétal, plantenrood, rood voor toiletmiddel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: