rotzooien
...
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1960+) (inf.) seksueel frunikken, stoeien. Vgl. rommelen*. • Per ongeluk liep ik nog een kamer binnen waar twee kerels met drie of vier wijven (dat kon ik in gauwigheid niet ontdekken in de krioelende vleesmassa) met elkaar aan het rotzooien waren... (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. 1964) • Met dat al was er tussen veel verpleegden een me...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Hans Heestermans (1977)
rotzooien - wellustige, geile handelingen verrichten; vervolgens ook: coïre; eig. ‘te keer gaan, herrie maken’ (vgl. voor eenzelfde betekenis-overgang o.a. ruiten). We naaiden drie keer en toen had ik er ook helemaal geen zin meer in. Maar zij zat maar aan me te rotzooien, CREMER I, 325 [1962].
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: