roofing
(zelfstandig naamwoord) dakwerk; dakbedekking
Digitaal woordenboek van eigentijdse Nederlands
dakbedekkingsmateriaal. waterdicht materiaal op basis van asfalt of rubber, dat gebruikt wordt als dakbedekking. Voorbeelden: Een tijdje nadat gisteren een knecht twee open haarden had aangestoken in het kasteel Alde Biezen [...] brak in de noordvleugel brand uit. Via het dak, dat uit roofing bestond, verspreidden de vlammen zich zo...
Door Ludo Permentier en Rik Schutz
(NL) dakleer Het begint hiermee: uw dak mag niet lekken. Beter een laag roofing te veel dan een loden slab te weinig. Voor de rest moet een eigenaar verbouwen en verbeteren waar hij kan. (Tom Lanoye, Sprakeloos) In het Engels: 'roofing', afgeleid van 'roof' (dak). Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid:...
Woordenboek Engels (1951)
bedaking; dakwerk; roofing tile, dakpan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.