Wat is de betekenis van Romaansch?

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

romaansch

romaansch - van Romeinschen of Latijnschen oorsprong; „Romaansche talen”: talen, die van ’t Latijn afgeleid zijn, als:Italiaansch, Spaansch, Portugeesch, Fransen; „Romaansche volken”: volken van Romeinschen oorsprong.

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Romaansch

eigen aan of betrekking hebbende op de Romanen (zie ald.); Romaansche talen, algemeene naam voor de talen die onder de romeinsche heerschappij ontstaan zijn uit de vermenging van de romeinsche spreektaal (de lingua romana rustica) en de talen der overwonnen volken, nl. de rumeensche (vroeger de walachische geheeten), de italiaansche,...

2024-04-29
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Romaansch

afstammend van de Latijnen; naam van den bouwstijl in de Lat. landen van de 5e tot de 12e eeuw.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Romaansch

Romaansch - bn. van het Oudromeinsch afstammende; — (bouwk.) de Romaansche stijl, de stijl die zich uit den Oudromeinschen en den Byzantijnschen ontwikkelde in de 11de en 12de eeuw, met zware muren en ronde bogen aan vensters en deuren, en als de voorlooper van den Gothischen beschouwd kan worden; — de Romaansche talen, Italiaansch, Sp...

2024-04-29
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Romaansch

Romaansch, bn. van het oud-romeinsch afstammende; de -e talen, italiaansch, spaansch, portugeesch, fransch enz.; de -e volken, de Wallachijers, Moldaviërs enz.