rolwerk
Rolwerk is een ornament in gevels. Het bestaat uit in- en uitgezwenkte bandvormige krullen en wordt vaak gebruikt voor topgevels in navolging van de voorbeeldboeken van Vredeman de Vries.
Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Rolwerk is een ornament in gevels. Het bestaat uit in- en uitgezwenkte bandvormige krullen en wordt vaak gebruikt voor topgevels in navolging van de voorbeeldboeken van Vredeman de Vries.
Rijksmuseum (2017)
Rolwerk is een decoratiemotief dat omstreeks 1540 in Fontainebleau is ontstaan. Het ziet er uit als omkrullende stroken papier. Rolwerk werd omstreeks 1600 in de Nederlanden populair door de voorbeeldboeken van Hans Vredeman de Vries. De rolwerkversiering is toegepast in het platte vlak (op prenten) maar ook in reliëf op meubels en architectuur. Ro...
Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)
Bandvormige ornamenten met omkrullende randen en uiteinden die uit het platte vlak naar voren komen. Veelgebruikt in toegepaste kunst in 16de eeuw, onder andere als randversiering in cartouches.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een rolwerk is een versiering met omkrullende en/of opgerolde randen. Vooral in de renaissance en barok.
Getty Research Institute (1990)
rolwerk - Te gebruiken voor doorlopende of vlakvullende patronen die zijn gebaseerd op krullen, die meestal vertakken en uit elkaar vloeien. Gebruik 'spiralen' voor simpele motieven met gedraaide lijnen.
Jan Durdik en anderen (1970)
(Du. Rollwerk), siermotief van omkrullende randen of uiteinden. Vanaf ca. 1550 in Duitsland en de Nederlanden gebruikelijk renaissance-ornament, vooral als randversiering van cartouches.
Amsterdam Boek (1959)
Ornamenten of siermotieven met omkrullende randen of uiteinden. Ontstond tussen 1535-1545 in Frankrijk, zie bouwkunst – Nederland- zestiende eeuw.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., (bouwk.) ornament in reliëf, waarbij de beëindigingen der figuren als opgerolde banden uit het platte vlak naar voren komen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Ned. versieringsmotief, ontstaan rond het midden der 16e eeuw uit de ➝ cartouche, waarvan de lijsten met hun omkrullende symmetrische uitgroeiingen en doorstrengelingen zich verder zelfstandig ontwikkelen en geheele vlakken bedekken. Evenals in de cartouche verlevendigen bloemen- en vruchtenfestoenen dit sierwerk. V. Eerck.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: