Wat is de betekenis van Roerdomp?

reigerachtige vogel in het riet. bruine, reigerachtige vogel die zich meestal in het riet ophoudt, daar vaak niet opvalt door zijn schutkleur en die bij gevaar met zijn kop, hals en snavel rechtop gaat staan. Voorbeelden: Het broedjaar 2000 was minder goed, vooral voor de vogels die zijn aangewezen op natte moerassen, zoals de roerdo...

Roekenkolonies bevinden zich vaak in vrijstaande, hoge groepen bomen (vaak populieren) langs snelwegen, treinsporen of kanalen; ook wel in dorpen. In de buurt liggen graslanden waar ze hun voedsel zoeken. Broedt grofweg ten oosten van de lijn Breda - Gouda - Arnhem - Harlingen, in de winter verspreidt hij zich onder meer via snelwegen westelijker....

Bötaurus stellaris (Linnaeus: Ardea) 1758. Vrij forse, bruine Reigerachtige vogel, die in de Lage Landen inheems is en hier in dichte Rietvelden leeft. Het eerste deel van de naam betekent ook Riet Phragmites, het tweede is opgevat als een nabootsing van het geluid dat het ♂ in het voorjaar vanuit het Riet laat horen (maar dit is het misschien...

Roerdomp heet de reiger, die 75 cm groot kan worden, geelbruin is, zwarte strepen en vlekken heeft. De poten zijn groen, de snavel is groengeel; de roerdomp valt zijn vijand aan door de snavel op diens ogen te richten.

(Fr.: reiddomp). Reigerachtige vogel; broedt in klein aantal in rietvelden. In zeer strenge winters vallen slachtoffers.

s., reiddomp, -bolle, marbolle.

m. (-en), moerasvogel (Botaurus stellaris), ook butoor geheten, van de familie der reigers: de roerdomp bewoont eenzame rietlanden en laat in de paartijd een sterk brullend geluid horen.

(Botaurus stellaris, orde Reigerachtigen) Verenkleed bruin, met zwarte vlekken en zwarte kruin. Poten groenachtig, evenals de snavel. 76 cm. Als het dier gestoord wordt, neemt het de paalhouding aan: snavel en hals worden loodrecht naar boven gestrekt. Karakteristiek geluid: lijkt op dat van een misthoorn of koeiegeloei. In vennen en moerassen, omz...

(Botaurus stellaris), Butoor, Pictoor of Reiddomp, moerasvogel uit de Reigerfam.* Gedrongen lichaam, lange dikke hals, brede vleugels, middelmatig lange poten. Roestgeel met bruine vlekken en strepen. Zeer schuw; verbergt zich in het riet; voedt zich met kikkers, insecten enz. Eigenaardige, brullende roep.