Wat is de betekenis van Risten?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Risten

(ristte, heeft gerist), 1. tot een rist bijeenvoegen: uien, vinken risten; — zo vol als geriste uien, zeer vol; 2. (van vlas) het heen en weer trekken over de ristbok om het verder van de overblijfselen der houtige zelfstandigheden, die na het braken en zwingelen er nog in zijn gebleven, te zuiveren; 3. van de rist afnemen, afri...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

risten

ristte, heeft gerist; tot een rist bijeenvoegen, maken: vinken risten, aaneenrijgen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

risten

('ristən) (ristte, heeft gerist) 1. tot een rist maken, aaneenrijgen : uien, vinken -. 2. van rist (II1 a) de rist doen : druiven -.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Risten

(rissen), ristte, heeft gerist), 1. tot een rist bijeenvoegen: uien risten; zo vol als geriste uien, zeer vol; 2. van de rist afnemen, afristen: bessen risten.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Risten

Risten - (ristte, heeft gerist), tot risten maken (uien enz.); — (van vlas) het heen en weer trekken over den ristbok om het verder van de overblijfselen der houtige zelfstandigheden, die na het braken en zwingelen er nog in zijn gebleven, te zuiveren.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)