Risten
(ristte, heeft gerist), 1. tot een rist bijeenvoegen: uien, vinken risten; — zo vol als geriste uien, zeer vol; 2. (van vlas) het heen en weer trekken over de ristbok om het verder van de overblijfselen der houtige zelfstandigheden, die na het braken en zwingelen er nog in zijn gebleven, te zuiveren; 3. van de rist afnemen, afri...