Wat is de betekenis van rilling?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rilling

rilling - zelfstandig naamwoord uitspraak: ril-ling 1. keer dat je rilt ♢ er ging een rilling door Duncan heen 1. er de koude rillingen van krijgen [van ontroering of van schrik] Zel...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rilling

s., ril, gril, ridel(ing), riding; een gaat mij door de leden, de grize giet my oer de grouwe.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rilling

v. (-en), beving, trilling: er ging mij een rilling door de leden ; koude rillingen hebben, een weinig koortsig zijn.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rilling

v. -en; een koude rilling, huivering, beving.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rilling

v (-en) het rillen, beving, trilling, huivering : koude -en krijgen, hebben.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rilling

v. (-en), beving, trilling: koude rillingen hebben, eig. rillen door koortsigheid; (fig.) huiveren (van ontzetting).

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)