Wat is de betekenis van Rillerig?

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rillerig

adj., gril(lich), rillich; (van koude), skrousk, huverich, hiperich, huftich; — worden, forhiperje.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rillerig

bn., enigszins onderhevig aan rillingen: ik ben rillerig.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rillerig

bn. en, bw. min of meer onderhevig aan rillingen.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rillerig

bn., min of meer onderhevig aan rillingen: ik ben rillerig.