Wat is de betekenis van Rigiditeit?

2024-04-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Rigiditeit

(v.), syn, rigiditas; stoornis van de spiertonus, waarbij naast de onwillekeurige bewegingen de rusttonus van de spier verhoogd is omdat zowel agonist als antagonist gelijktijdig aangespannen worden. Typisch hierbij is het lodenpijpfenomeen of het tandradfenomeen.

2024-04-29
Medische basiskennis begrippenlijst

Frans Verstappen (2004)

Rigiditeit

Neurologische stoornis in de regeling van de spierspanning waardoor de spieren een verhoogde stijfheid vertonen, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson; starheid van de geest bijvoorbeeld bij paranoia.

2024-04-29
Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

RIGIDITEIT

geestelijke starheid, een der wezenlijke karaktertrekken van een paranoïde iemand. Men mist geestelijke soepelheid; men heeft onwrikbare meningen en principes; men is totaal ongevoelig voor de argumenten van de ander; → egocentriciteit maakt het onmogelijk zich te verplaatsen in een ander. Paranoid.

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

rigiditeit

onbuigsaamheid.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rigiditeit

hardheid, onbuigzaamheid.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rigiditeit

(<Fr.), v., eigenschap van stijf, niet soepel of veerkrachtig te zijn, zowel eig. als fig.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

rigiditeit

v. stijfheid, strakheid; strengheid; (ook:) rigeur.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rigiditeit

of stijfheid noemt men de eigenschap van vaste stoffen zich tegen vormveranderingen te verzetten, eventueel na vormverandering in den oorspronkelijken toestand terug te keeren. Stoffen, die r. bezitten, zijn dus elastisch. De r. wordt meestal uitgedrukt in de torsie-coëfficiënt, die de kracht aangeeft, welke noodig is om een draad van bep...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rigiditeit

('teit) v. het rigide zijn 1. stijfheid, strakheid. 2. hardheid, onverbiddelijkheid, ruwheid. 3. gestrengheid inz. van levenswijze.