Wat is de betekenis van returnmatch?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

returnmatch

thuiswedstrijd. tweede wedstrijd in een reeks van twee sportwedstrijden die op het eigen veld of in de eigen sporthal wordt gespeeld; thuiswedstrijd. Voorbeelden: Nadat SSS in de thuiswedstrijd nog met 6-2 klop had gekregen van Zwartsluis, ging het in de returnmatch voor de wind. Albert Potkamp verloor weliswaar van H. de Jong, maar...

2024-04-30
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

returnmatch

(zelfstandig naamwoord) [alg.] terugwedstrijd - Uit hadden we klappen gehad, maar in de terugwedstrijd hebben we dat puntenverlies ruimschoots goedgemaakt.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Returnmatch

(Eng.), v. (-es), revanchepartij.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

returnmatch

(ri'tə:n) m. en v. (–es) [Eng.] revanchematch.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Returnmatch

[Eng.], v./m. (-es, -en), revanchepartij.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)