Wat is de betekenis van Residentieel?

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

residentieel

(bn.) luxueus, chic. De straat heeft een residentieel karakter, maar er bevindt zich ook een school (MPI Zonneken) en een garage. - GvA, 14-08-2002. - residentiële wijk, dure buurt, dure woonwijk, villawijk .- een residentiële ligging, landelijk, met veel groen. - residentiële caravan, luxueuze stacaravan. Vi...

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

residentieel

1. Van een wijk, een gemeente e.d.: bestemd voor particuliere bewoning (in tegenst. met industrieel); residentiële wijk, buurt, woonwijk (naar fr. quartier résidentiel); - vaak in toep. op een deftige woonwijk met villa’s enz. in een landelijke omgeving. Een pompstation in een residentiële wijk kan al 5,6 miljoe...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Residentieel

bn., 1. betrekking hebbend op de residentie; 2. (België) kwartier, woonwijk, woonbuurt, woonsector; plaats met residentieel karakter, forensengemeente, gemeente met uitgaande pendel, woonkwartier.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten