Wat is de betekenis van Reprocher?

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Reprocher

I. verwijten; reprocher les morceaux à qn., iemand het brood dat hij eet misgunnen; reprocher les témoins, de getuigen wraken; II. se reprocher, zich verwijten, zich een verwijt maken van; zich misgunnen; se reprocher tout, zich zelf niets gunnen.

Gerelateerde zoekopdrachten