Wat is de betekenis van renpaard?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

renpaard

Het begrip renpaard heeft 2 verschillende betekenissen: 1) paard voor de paardenrennen. paard dat speciaal gefokt is voor de paardenrennen; paard dat deelneemt aan paardenrennen; racepaard. 2) voetballer met loopvermogen. voetballer die het meer van zijn loopvermogen moet hebben dan van zijn techniek en spelinzicht.

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

renpaard

1) (1924) (prost.) vrouw die werkt voor een souteneur. • Rooie Piet was een melancholieke pooier, die peesde met vier vrouwen. Juist toen voor het eerst leerde Frans de grootscheeps-luierende souteneurs kennen en begreep hij de daemonische macht van het werken met renpaarden. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie K...

2024-04-27
Verschillende speciale woordenboekjes

Instituut voor de Nederlandse Taal (2019)

Renpaard

voetballer die het meer van zijn loopvermogen moet hebben dan van zijn techniek en spelinzicht.

2024-04-27
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Renpaard

Renpaard - vrouw die voor een souteneur werkt.

2024-04-27
EK-voetbalwoordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal (2008)

renpaard

renpaard, voetballer die het meer van zijn loopvermogen moet hebben dan van zijn techniek en spelinzicht.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Renpaard

s.n., hurddraver.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Renpaard

o. (-en), 1. paard dat snel rennen kan, dat aan een wedren deelneemt; 2. (Barg.) vrouw die voor een souteneur werkt.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

renpaard

o. renpaarden (paard v. d. renbaan).