regular
(bijvoeglijk naamwoord) normaal, standaard, gewoon
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. regelmatig, geregeld; behoorlijk; regulier; definitief benoemd, vast; beroeps-; a regular battle, een formeel gevecht; regular clergy, reguliere geestelijken; regular customers (frequenters), vaste (trouwe) klanten, bezoekers; a regular devil, hero, een echte duvel, held; regular physician, 1. bevoegd dokter; 2. vaste dokter; II. echt, erg; III...
Dr. C.F.A. van Dam (1948)
adj. regelmatig, geregeld; gewoon, behoorlijk; middelmatig; por lo regular, regelmatig, gewoonlijk; adv. regelmatig, matig, gewoon, niet heel veel; v. regelen, ordenen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: