Wat is de betekenis van regular?

2024-04-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

regular

(bijvoeglijk naamwoord) normaal, standaard, gewoon

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

regular

I. regelmatig, geregeld; behoorlijk; regulier; definitief benoemd, vast; beroeps-; a regular battle, een formeel gevecht; regular clergy, reguliere geestelijken; regular customers (frequenters), vaste (trouwe) klanten, bezoekers; a regular devil, hero, een echte duvel, held; regular physician, 1. bevoegd dokter; 2. vaste dokter; II. echt, erg; III...

2024-04-28
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

regular

regulair, regelmatig, overeenkomstig de regels, geregeld.

2024-04-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

regular

adj. regelmatig, geregeld; gewoon, behoorlijk; middelmatig; por lo regular, regelmatig, gewoonlijk; adv. regelmatig, matig, gewoon, niet heel veel; v. regelen, ordenen.