Wat is de betekenis van regenwolk?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

regenwolk

regenwolk - zelfstandig naamwoord uitspraak: re-gen-wolk 1. donkere wolk waar regen uit kan vallen ♢ ik blijf binnen: er komen allemaal regenwolken onze kant op Zelfstandig naamwoord: re-gen-wolk de regenwolk...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Regenwolk

s., pôk.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Regenwolk

v. (-en), donkere wolk die regen brengt.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

regenwolk

v. regenwolken (wolk, waaruit regen nedervalt).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

regenwolk

v. (-en)→wolk waaruit het regent.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

regenwolk

v./m. (-en), donkere wolk die regen brengt; nimbus.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)