Regenpijp
v. (-en), buis tot afvoer van regenwater.
Muiswerk Educatief (2017)
regenpijp - zelfstandig naamwoord uitspraak: re-gen-pijp 1. buis waardoor regen van het dak wordt afgevoerd ♢ toen de regenpijp verstopt was ontstond er een overstroming Zelfstandig naamwoord: re-gen-pijp de regenpij...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
regenpijp - Alle verticale pijpen, ook die binnen een gebouw, die regenwater naar riolen, afvoerkanalen of de grond vervoeren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), 1. buis voor de afvoer van regenwater; 2. (meestal mv.) beenbeschermers van waterdichte stof die over de broekspijpen aangetrokken worden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: