Wat is de betekenis van recidiveren?

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Recidiveren

dezelfde misdaad begaan; opnieuw optreden van een ziekte

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Recidiveren

dezelfde misdaad of misslag weer begaan; weer instorten van een zieke

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Recidiveren

(recidiveerde, heeft gerecidiveerd), (<Er.), (van een schijnbaar genezen ziekte) zich opnieuw vertonen: recidiverende catarrhen; — (van een zieke) weer instorten.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

recidiveren

terugkomen (v. e. ziekte); dezelfde overtreding, misdaad of fout weer begaan, herhalen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

recidiveren

(’ve:rən) (recidiveerde, heeft gerecidiveerd) [Fr RECHTSWETENSCHAP I.INDELING De rechtswetenschap handelt over het recht van de enkeling (burgerlijk recht: handelsrecht enz.), van de staat (staatsrecht : administratief recht, strafrecht enz.) en van de gemeenschap der staten (internationaal recht). II.GESCHIEDENIS 1. In de kultuurlanden va...

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

recidiveren

[Lat.], (recidiveerde, heeft gerecidiveerd), 1. (van een ziekte) zich opnieuw vertonen: recidiverende catarres; 2. bij herhaling een misdrijf begaan.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)