Rechteroever
m. (-s), oever die men aan de rechterhand heeft wanneer men stroomafwaarts ziet.
M. J. Koenen's (1937)
m. rechteroevers (oever a.d. rechterhand, als men stroomafwaarts ziet): Arnhem ligt aan de rechteroever van de Rijn.
Jozef Verschueren (1930)
('rechtər) m. (-s) oever rechts wanneer men stroomafwaarts ziet : Antwerpen ligt aan de van de Schelde.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: