rasper
I.(de, -s) keukenrasp, ev. in één instrument gecombineerd met kormkommerschaaf. 2. rasp als timmermans- en schoenmakersgereedschap. - Etym.: ‘Raspel’ bet. ‘rasp’ in veroud. AN en in BN, en ‘vijl’ als beeldhouwersterm in BN (zie Van Dale, WNT 1972). Rasper kan ook worden afgeleid van het ww. ‘r...