Wat is de betekenis van rasper?

2024-04-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

rasper

I.(de, -s) keukenrasp, ev. in één instrument gecombineerd met kormkommerschaaf. 2. rasp als timmermans- en schoenmakersgereedschap. - Etym.: ‘Raspel’ bet. ‘rasp’ in veroud. AN en in BN, en ‘vijl’ als beeldhouwersterm in BN (zie Van Dale, WNT 1972). Rasper kan ook worden afgeleid van het ww. ‘r...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

rasper

growwe vyl vir hout; gereedskap met skurwe vlak om kaas, ens. fyn te skuur.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rasper

m. (-s), 1. persoon die raspt, met name in het rasphuis; 2. voorwerp waarmee men raspt, rasp.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rasper

Ras van doperwt, gekenmerkt door hoog stroo en goede kwaliteit.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rasper

RASPER m. (-s), die raspt; eene rasp.