Wat is de betekenis van rampassen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

rampassen

(1726) (< Mal.) plunderen, roven, stelen. • Om plunderen en rampassen was het hier echter niet te doen, maar wel om den vijand stoutmoedig aan te vallen. (De Gids. Jaargang 23. 1859) • Ik citeer slechts wat het kamerlid Van Kol volgens de handelingen der Tweede Kamer op 8 November 1907 over hen zeide: ‘Velen waren advocaten van...

2024-04-29
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

rampassen

rampassen [roven]. Hollandse afleiding van het Maleise rampas = roven.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Rampassen

roven (Ind.)

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rampassen

(Ind.) roven, plunderen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rampassen

(rampaste, heeft gerampast), (Ind.) roven, wegpakken, snaaien, grissen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rampassen

rampaste, h. gerampast (O.-I. roven, buitmaken, kapen, grissen).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rampassen

(ram'passən) (rampaste, heeft gerampast) [Indisch] O. I. buitmaken, kapen, roven.

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

rampassen

rampassen - rooven, plunderen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rampassen

RAMPASSEN (rampaste, heeft gerampast). (Ind.) rooven, wegpakken, snaaien, grissen.

Gerelateerde zoekopdrachten