Wat is de betekenis van railing?

2024-04-30
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

railing

(zelfstandig naamwoord) [alg.] reling, balustrade - Tegen nóg meer letselschade plaatst men voor de kloof een balustrade.

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Railing

leuning (van schepen)

2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

railing

1. reling, leuning; rastering, staketsel, hek (ook: railings). 2. schimp, gescheld.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Railing

(Eng.), zie RELING.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

railing

(reeiling) (Eng.) v. hekwerk, leuning inz. van schepen.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

railing

= reling.

2024-04-30
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Railing

Hekwerk als leuning van schepen.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

railing

→reling.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

railing

railing - v., hekwerk als leuning van schepen.