raderwerk
ratwerk.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. geheel van op elkaar werkende raderen in een werktuig of machine, machinerie die bestaat uit een aantal raderen: het raderwerk van een horloge; 2. (fig.) samenstel, inrichting, organisatie: het raderwerk van de staat; heel het raderwerk staat stil als uw machtige arm het wil.
M. J. Koenen's (1937)
o. (1 samenstel van in elkaar grijpende raderen, om een beweging over te brengen; 2 fig. inrichting); 1. het raderwerk van een horloge; 2. het raderwerk der regering.
Jozef Verschueren (1930)
o. 1. Eig. samenstel van raderen: het van een horloge. 2. Metf. samenstel, inrichting; het van een administratie.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-en), 1. geheel van op elkaar werkende raderen in een machine; machinerie die bestaat uit een aantal raderen; 2. (fig.) samenstel, inrichting, organisatie: het raderwerk van de Staat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: