Wat is de betekenis van racketeer?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Racketeer

m. (-s), lid van een racket; afperser.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Racketeer

[Eng.] geldafperser, persoon die zakenlieden geld afperst onder bedreiging anders hun bedrijf lastig te zullen vallen.

2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Racketeer

lid van de misdaadorganisatie, racket

2025-07-15
Yiddish Slang

Fred Kogos (1966)

Racketeer

Untervelt mentsh, gazlen (slang); ganef, goniff.

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Racketeer

lid van een racket

2025-07-15
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

racketeer

I. Am (geld)afperser (door bedreiging met geweld); II. als racketeer optreden.

2025-07-15
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

racketeer

(Amer.) geldafperser; persoon in de grote steden, die winkeliers e. d. geld afperst onder bedreiging, dat ze anders in hun bedrijf zullen worden lastig gevallen.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

racketeer

m. racketeers (lid v. e. racket; afperser).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

racketeer

[Eng.], m. (-s), lid van een racket; afperser.