Wat is de betekenis van racewagen?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

racewagen

(zelfstandig naamwoord) [alg.] renwagen, wedstrijdauto, bolide - Met piepende banden scheuren de renwagens door de haarspeldbocht.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Racewagen

m. (-s), raceauto.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

racewagen

m. (-s) raceauto.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)