Wat is de betekenis van raamkozijn?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

raamkozijn

raamkozijn - zelfstandig naamwoord uitspraak: raam-ko-zijn 1. getimmerd houten omlijsting van een raam ♢ in het raamkozijn wordt bij de bouw het glas geplaatst Zelfstandig naamwoord: raam-ko-zijn het raamkozijn...

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Raamkozijn

o. (-en), kozijn dat een lichtraam omvat: raam- en deurkozijnen te koop.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

raamkozijn

o. raamkozijnen (kozijn, waarin het raam past).

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Raamkozijn

Constructieve omlijsting van een raamopening in een muur, bestaande uit twee staande stijlen, een boven- en een onderdorpel. Een boog of balk boven het kozijn neemt de druk van het bovenliggende muurvlak over, en voorkomt vormveranderingen, zoodat de ramen in het kozijn eventueel beweegbaar (schuivend of draaiend) en toch goed sluitend kunnen worde...

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)