Queue-du-Bois
gemeente in België, prov. Luik. 186 ha, 1817 inw. Steenkolenmijn.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
gemeente in de Belgische provincie Luik, op de golvende kalk- en leembodem van het Land van Herve, groot 186 ha, op 233 m hoogte (steenkolenmijnen, landbouw, zuivelbedrijf), telt (1950) 1800 inw. Zij hing af van de heren van Bellaire (kasteel te Wandre) en lag aan het uiteinde van het bos van Bellaire, vandaar de dorpsnaam.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Gem. ten O. van de stad Luik; opp. 186 ha, ca. 1700 inw. (vnl. Kath.); heuvelachtige omgeving, steenkoolmijnen; vroeger afhankelijk van het prinsbisdom Luik.
Jozef Verschueren (1930)
(keu-du-'bwa) gemeente in de provincie Luik, 186 ha, 1617 inw. Landbouw, steenkolenmijn.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Belg. deelgemeente in de prov. en het arr. Luik, 1,86 km2,1740 inw. (69 % woonforensen). Van het landbouwareaal is 90 % weiland. Queue-du-Bois behoort sinds 1.1.1977 tot de gemeente Beyne-Heusay.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: