Quatertemperdagen
(qua’tuor tem’pora = vier tijden), de viermaal, aan het begin van elk jaargetijde voorkomende reeks van → vasten- en → onthoudingsdagen op Woensdag, Vrijdag en Zaterdag; om zegen af te smeeken over de jaargetijden en voor de priesters, die dikwijls op die dagen gewijd worden. De Q. vallen in de 1e week van de → Veertigdaa...