Wat is de betekenis van Quadrupel?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Quadrupel

[Fr. quadruple] viervoudig; Quadruple Alliantie: het viervoudig verbond uit 1718 tussen Oostenrijk, Frankrijk, Engeland en de Nederlandse republiek tegen Spanje.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Quadrupel

(kwadrupel) viervoudig; ploeg van vier roeiers

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Quadrupel

viervoudig

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Quadrupel

(<Fr.), bn., viervoudig; Quadruple Alliantie, het viervoudig verbond, in 1718 gesloten tussen Frankrijk, Engeland, Oostenrijk en de Nederlandse republiek ter verdediging van de Vrede van Utrecht (1713), tegen bedreiging van Spaanse zijde.

2024-04-26
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Quadrupel

(Lat. quddrtiplus = viervoudig; → quadri-). Quadrupdpunt = punt (temperatuur) waarbij vier phasen met elkaar in evenwicht zijn.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

quadrupel

viervoudig.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

quadrupel

bn. (Fr. quadruple [Lat. quadruplex]: viervoudig): Quadrupel-alliantie, viervoudig verbond (26 Oct. 1666), (qua=kw).

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

quadrupel

[Fr.], 1. bn. enbw., viervoudig; 2. zn. m., ploeg van vier roeiers.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

quadrupel

quadrupel - viervoudig.