Wat is de betekenis van Pusher?

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pusher

(1965) (< Eng.) drugsdealer; iemand die platen plugt*. • Opgedirkte straathoeren, barmeiden, pooiers, flikkers en dopepushers. (Jan Cremer: Sneeuw. 1976) • Pusher: verkoper van hard drugs. (Steef Davidson: Drugs. Kruiden van hemel en hel. 1982) • Dat zij op die dag hun boeien zullen verbreken en hun pushers zullen verpletteren....

2025-07-15
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Pusher

Pusher - (Eng.) verkoper van hard drugs.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pusher

iem. die pusht.

2025-07-15
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pusher

1. duwer; aandrijver; 2. pal [van bajonet]; 3. vliegtuig met duwschroef; 4. streber; pusher screw, duwschroef.

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)