Pulpa
Binnenste gedeelte van een gebitselement, waarin zich een vaatzenuwstreng, losmazig bindweefsel en odontoblasten bevinden.
Dr. H.J. Remmelink (2022)
Binnenste gedeelte van een gebitselement, waarin zich een vaatzenuwstreng, losmazig bindweefsel en odontoblasten bevinden.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
het zachte vaat- en zenuwweefsel in de holte van een tand of kies en het wortelkanaal; raakt door een voortschrijdende cariës ontstoken (pulpitis), zeer pijnlijk. 102
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat., = vleesch), 1° Het bloedvaatrijke weefsel in de milt; 2° De levende inhoud der tandholte, rijk aan bloedvaten en zenuwen.
Dr. Ch. Bles (1929)
zie Tanden; ook vruchtenmoes of de weeke zelfstandigheid van sommige organen, b.v. van de milt.
Herman Pinkhof (1923)
(Lat., moes, weeke massa). P. dentis, het weeke weefsel, bestaande uit zenuwen en bindweefsel met bloedvaten, in het binnenste van tanden en kiezen; populair, de zenuw van een tand. P. 1ienis, miltpulpa, het parenchym der milt. Pulpaholte, de tandholte.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: