Pullen
(pulde, heeft gepuld), (gew.) drinken, zuipen.
Marc De Coster (2020-2025)
(17 eeuw) drinken, zuipen. Aantekening van Gezelle: Pullen, aan de pulle zitten, drinken. Het WNT citeert nog een blijspel van A. Alewijn (De Puiterveense Helleveeg, of Beslikte Swaantje aan den tap. 1720): ”Je zult je noch te barste pullen. Hou op! hou op! jou dronken hond.” Syn.: kroezen*. • Luye Ezels waer je 't vroe, Hoe een...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. Kramer (1908)
eng., een paard onder het rennen zijn snelheid doen verminderen om op adem te blijven; een paard puilt wanneer het harder loopt dan de berijder goed acht.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: