Wat is de betekenis van puffen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

puffen

(1995) (inf.) winden laten. Engelsen gebruiken hiervoor de uitdrukking 'to cut some cheese'. Kijk ook onder puf*. • Nienke barst in lachen uit. Op dat moment stijgt er een doordringende stank op: iemand heeft een wind gelaten. De groep lacht. 'Als ik moet puffen, moet ik puffen,' zegt Dione. (Nieuwe Revu, 04/01/1995)

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

puffen

puffen - regelmatig werkwoord uitspraak: puf-fen 1. blazen van de warmte ♢ het was 30 graden en we liepen te puffen van de hitte 2. de adem in kleine stootjes uitblazen ♢ bij de bevalling moest...

2024-04-26
Antiliaans woordenboek

Nicoline van der Sijs

puffen

(De Valk 2016; Wiel 2017) (niet algemeen) winden laten: puffen in het openbaar wordt niet op prijs gesteld; vernederlandsing van Papiaments peu, puya ‘buikwind’, teruggaand op Spaans pedo Portugees peido.

2024-04-26
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

puffen

Scheten laten. Puffen betekent eigenlijk blazen. De associatie met stank wordt niet gelegd, waardoor het voor velen een aanvaardbaar alternatief is. Synoniemen zijn o.a. achterklap* vertellen; achterwaartse* zucht;pijlen* schieten naar de Engelse koning; Russisch* neuriën; veesten*; een wind* laten. Op dat moment stijgt er een doordringende stank o...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

puffen

(pufte, heeft geput), 1. een wind laten. Klaagde honderdmaal over d’r slechte gestel, slechte stoelgang, slechte geheugen, slechte dit, slechte dat, terwijl ze af en toe hardop pufte (Cairo 1976: 101. 2. brommend geluid maken (gezegd van een puf, 2). - Etym.: (1) Zie puf (1). Volgens WNT (1949) ook in Z.Ned. (2) Het geluid onder 2 wordt ver...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Puffen

v., pûste, hymje, oef(en)je.

2024-04-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Puffen

poffen; kloppen, slaan.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Puffen

(pufte, heeft gepuft), 1. blazen van de warmte : in de propvolle wagen zaten alle reizigers te puffen van de warmte; 2. bij het roken kleine rookwolkjes met poffend geluid wegblazen: hij smakte aan zijn pijp en pufte door de lucht; 3. hijgen of oprispen ten gevolge van overdadig eten of drinken: hij zat te puffen na het lekkere d...