proprium
Een proprium zijn wisselende gezangen van een mis.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
(= eigen), dat wat in het → breviergebed en de H. Mis eigen is aan bepaalde heiligen (Proprium Sanctorum of → Eigen der Heiligen), een bepaalden tijd (Proprium de Tempore of → Tijdeigen), een bepaald bisdom of kloostergenootschap (de heiligen, die daar alleen of met grootere plechtigheid vereerd mogen worden). Zie ook Commune Sanc...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
(Lat., eigen) is de naam voor dat gedeelte van Mis- en Breviergebed, dat eigen is aan een of ander bisdom of aan een orde: het heeft voornamelijk betrekking op heiligenfeesten, die voor het bisdom of voor de orde bijzondere betekenis hebben. In missaal en brevier wordt voorts onderscheid gemaakt tussen het Proprium de Tempore en het Proprium de San...
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), o., (R.-K.) in de liturgie: die delen van missaal en brevier die slechts op bepaalde dagen moeten gelezen of gezongen worden.
Stephanus Axters (1937)
Onontbeerlijke eigenschap. Proprium ... non est de essentia rei, sed ex principiis essentialibus speciei causatur, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 77, A. I, AD 5, Een onontbeerlijke eigenschap hoort niet bij de wezenheid van iets, maar wordt door de wezenlijke beginselen der soort teweeg gebracht. — (Proprium) ... medium est inter esse...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat., = eigen) (liturgie). P. van een bisdom, orde, kerk, enz. bevat de vsch. bijzondere teksten van brevier en missaal, ten gebruike bij feesten eigen aan dit bisdom, die orde, enz. P. de tempore (Eigen van den tijd) bevat de brevieren missaalteksten, eigen aan vsch. Zonen weekdagen als zoodanig, d.i. buiten de feesten, uitgezonderd die van Kerst...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: