Proposer
I. voorstellen, voorslaan, voordragen; aanbieden; opgeven [bv. onderwerp, raadsel]; stellen [bv. als toonbeeld]; uitloven [prijs]; proposer la santé des..., een dronk instellen op de gezondheid van de...; proposer qn. pour modèle, iemand tot voorbeeld stellen; II. een plan vormen; l'homme propose et Dieu dispose, de mens wikt en...