Wat is de betekenis van Pronkstuk?

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

pronkstuk

kosbare voorwerp.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pronkstuk

s.n., pronkstik (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pronkstuk

o. (-ken), 1. stuk tot pronk; kostbaar voorwerp; 2. (fig.) zaak of persoon die uitmunt door schoonheid, voortreffelijkheid enz.: een pronkstuk van een man, een prachtexemplaar; 3. (gew.) iem. die pruilt.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pronkstuk

o. pronkstukken (voorwerp, waarmee men pronkt; kostbaar sieraad): fig. een pronkstuk van deugd.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pronkstuk

o. (-ken) vooral Iron. 1. Eig. stuk, voorwerp waarmede men pronkt: een van bouwstijl. 2. Metf. zaak, persoon uitmuntend door schoonheid, voortreffelijkheid : een van vernuft; de keizer was voor hem een -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pronkstuk

o. (-ken), 1. stuk waarmee men pronkt of kan pronken; kostbaar voorwerp; 2. (fig.) zaak of persoon die uitmunt door schoonheid, voortreffelijkheid enz.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pronkstuk

Pronkstuk - o. (-ken), stuk tot pronk; — (fig.) fraaiste stuk, juweel, parel, sieraad; — een pronkstuk van een man, een prachtexemplaar; — (gew.) iem. die pruilt, huilebalk.