Prompt
I. bn. bw. (-er, -st), 1. vlot, snel: een prompte bediening; een prompte betaling, waarop men niet te wachten heeft; — (handel) prompte affaire, koopovereenkomst waarbij de levering binnen zeer korte tijd moet geschieden; — het geld werd prompt uitgeteld; 2. (van personen) stipt, nauwkeurig: een prompte betaler...