Wat is de betekenis van projector?

projector - zelfstandig naamwoord uitspraak: pro-jec-tor 1. apparaat waarmee je foto's of videomateriaal kunt projecteren ♢ met deze oude projector kun je dia's laten zien Zelfstandig naamwoord: pro-jec-tor de projec...

Projector. Lichtarmatuur met een zeer krachtige lichtbron (CSI of Xenon) waarmee met behulp van dia’s of films voorstellingen op een doek geprojecteerd kunnen worden, ongeacht de bestaande lichtsituatie

[modern Lat., van Lat. projicere = vooruitwerpen] Iichtbeeldwerper.

apparaat waarmee men een vergroot beeld op een scherm kan projecteren

apparaat voor het projecteren van lichtbeelden zoals van dia's en films.

instrument voor het overbrengen van een beeld op een vlak.

ontwerper, plannenmaker; oprichter van (zwendel)maatschappijen; schijnwerper, zoeklicht, projectielantaarn, -lamp, -toestel.

(→ projectie). Toestel voor het projecteren van plaatwerken of andere ondoorzichtige voorwerpen (epi-projectie; = episcoop), doorzichtige plaatjes of films (dia-projectie; → diascoop) of voor beide (epi-dia-projectie; epidiascoop).

een instrument v. overbrenging v/e beeld door lichtstralen o/e plat vlak.