Prōgrĕdĭor
gressus sum (3); 1. te voorschijn, naar buiten komen, - gaan, ex domo, Cic., Italiā, Flor., in contionem, optreden, Liv.; absol. = uitgaan, in het publiek verschijnen, Iust. 2. voortgaan, (van militairen) voortrukken, verder marcheren, (van schepen) in zee steken, verder zeilen, tridui viam, Caes., quattuor milia pass...