Wat is de betekenis van Professeur?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Professeur

(Er.), m. (-s), iem. die van een kunstvaardigheid zijn beroep maakt: professeur de billard; ook die er in les geeft.

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Professeur

1. (hoog)leraar, onderwijzer; 2. verkondiger [van een leer]; professeur suppléant, plaatsvervangend hoogleraar; professeur titulaire, gewoon hoogleraar; professeur de billard, beroepsbiljarter; professeur de faculté of professeur à l’université, hoogleraar, professor; professeur de piano, piano-onderwijzer; piano-o...

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

professeur

(Fr.) m. hoogleraar, leraar; (in Frankrijk en België:) ieder, die van een kunst of kunstvaardigheid als meester zijn beroep of bestaansmiddel maakt.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

professeur

m. professeurs (Fr. onderwijzer; [hoog]leraar; ook: iem., die van een kunstvaardigheid] zijn beroep maakt): professeur de billard, beroepsbiljarter.

2025-07-16
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

professeur

(Fr.), m. leraar, hoogleraar.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

professeur

[Fr.], m. (-s), iemand die van een kunstvaardigheid zijn beroep maakt: de professeur billard; ook die er les in geeft.

2025-07-16
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Professeur

Fr. (= professor Lat.), noemt men in Frankrijk iedereen, die zijn kost verdient door wetenschap, kunst of zelfs kunstvaardigheid te onderwijzen of te beoefenen (een beroepsbillardspeler is ’n professeur de billard).

Gerelateerde zoekopdrachten