Wat is de betekenis van Primogenituur?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Primogenituur

[Fr. primogéniture, van Lat. primogenitus] eerstgeboorterecht.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

primogenituur

eersgeboortereg.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Primogenituur

eerstgeboorterecht ; voorrecht van eerstgeborene (n).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Primogenituur

(<Fr.), v., eerstgeboorterecht; bevoorrechting van de eerstgeborene; apanage daaraan verbonden.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

primogenituur

v. eerstgeboorterecht.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

primogenituur

('tu:r) v. 1. Eig. bevoorrechting van de eerstgeborene. 2. Metn. eerstgeboorterecht.

2024-04-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Primogenituur

Primogenituur - (Lat.), eerstgeboorterecht; primogenitus, eerstgeborene.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

primogenituur

v., eerstgeboorterecht.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

primogenituur

primogenituur - v., eerstgeboorte.

Gerelateerde zoekopdrachten