Presbyacusis
Gehoorverlies dat optreedt bij mensen van hoge leeftijd.
L.J.M. Bogaert (2007)
(v.) syn. presbyacousis, ouderdomsslechthorendheid; met het toenemen van de leeftijd worden hoge tonen door de cochlea steeds slechter waargenomen. Dit gaat vaak gepaard met ncruitment, oorsuiqen en discriminatieverlies
Piet van der Ploeg (2007)
De achteruitgang van het gehoorzintuig met het toenemen van de leeftijd, vaak doelt men hierbij op ouderdomshardhorendheid.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Gr. presbus = oud) (geneesk) is ouderdomsdoofheid. Vooral de lage en de hooge tonen worden minder goed gehoord. Ook het tikken van een horloge wordt slecht of niet gehoord.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Presbyacusis, - de vermeerdering van het vermogen, van hooge tonen te hooren, die als normaal ouderdomsverschijnsel optreedt. Zie GEHOORORGAAN.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Gr. akouo, horen], v., de afnemende gehoorscherpte bij toenemende ouderdom, uiteindelijk leidend tot ouderdomsdoofheid. Presbyacusis is een vorm van slechthorendheid die berust op functievermindering van het binnenoor, waarin het eigenlijke gehoororgaan (orgaan van Corti) zetelt. Vooral de snelle wisselingen die de spraakklanken kenmerken, worden...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: