Wat is de betekenis van prentenboek?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prentenboek

o. (-en), boek met prenten; inz. boek met prenten, onderschriften en versjes voor kinderen; — des duivels prentenboek, een spel kaarten.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

prentenboek

1) (1937) (sch.) wonderlijk iemand; rare snuiter. • ‘Wat een prenteboek!’ lachte Toon en begon kinderlijk op z'n vingers te telle: ‘Nog èèn.... twee.... drie uurtjes en we zullen 'm anschouwe, het fuifnummer! (Willem van Iependaal: Kriebeltjes hoogtepunt. 1937) • „Mooi is hij nooit geweest," vindt B...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prentenboek

prentenboek - zelfstandig naamwoord uitspraak: pren-ten-boek 1. boek met plaatjes ♢ ik las met de kleuter in een prentenboek Zelfstandig naamwoord: pren-ten-boek het prentenboek de prent...

2025-07-15
Geschiedenis & Samenleving

Cees van der Kooij & Marjan de Groot-Reuvekamp (2009)

prentenboek

Papieren beeldvormer van aspecten van de hedendaagse of historische werkelijkheid.

2025-07-15
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Prentenboek

(Bargoens) zonderling persoon, kwibus, rare snijboon. Vermeld door Endt (1974).

2025-07-15
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

prentenboek

voor kinderen bestemd boek met prenten, meestal voorzien van korte tekst of versjes.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Prentenboek

s.n., printeboek (it).