Wat is de betekenis van prefix?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

prefix

Het begrip prefix heeft 3 verschillende betekenissen: 1) voorvoegsel in een woord. niet zelfstandig in de taal voorkomend element dat voor een grondwoord of de stam van een grondwoord geplaatst wordt en in combinatie daarmee een afleiding vormt; voorvoegsel. 2) voorvoegsel in een naam. element dat deel uitmaakt van een voornaam of ac...

2024-04-26
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Prefix

(o.), voorvoegsel; b.v. ge- in gespeeld.

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

prefix

(het) netnummer. ‘Zo vroeg ik een commercieel interessant gsm-nummer aan. De cijfers na het prefix optellen, levert 36 op. Drie en zes samen leveren negen op. Negen staat symbool voor de lichtbrenger.’ - GvA, 22-02-2003 Weer gaat zijn gsm over en weer ziet hij het prefix 355 verschijnen. Deze keer alleen maar wat geruis. - DM, 16-11-200...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Prefix

afk. pref. [VLat. prae-figere, -fixum = vooraan vasthechten] voorvoegsel.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Prefix

(praefix) voorvoegsel (taalk.)

2024-04-26
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Prefix

Prefix (1) Een label of een tussen haakjes staande lijst met één of meer conditienamen, die met elkaar zijn verbonden door middel van een dubbele punt aan het begin van een opdracht (PL/I). (2) Een code aan het begin van een bericht of een record.

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Prefix

o., voorvoegsel (taalkunde)

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Préfix

vooraf bepaald.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

prefix

1. voorvoegsel. 2. voorplaatsen, voorvoegen, vooraf laten gaan (aan to).