Wat is de betekenis van Pramen?

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pramen

aansporen Het hitsige jonge volk van haar achttien jaar was vervangen door een stelletje dronkelappen, waartussen er meer dan één zat die werd aangetrokken door haar verminking, die ze na lang pramen en ettelijke pinten bier wel wilde laten zien, zo tussen twaalf en twee uur 's nachts als de gordijnen waren dichtgescho...

2024-04-28
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

pramen

aansporen (zich [niet] laten pramen)

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pramen

(praamde, gepraamd) aandringen op, aansporen tot, aanzetten tot. - zich niet laten pramen, zich iets geen twee keer laten zeggen. Uit een rondvraag van het Vlaams Blok aan alle Vlaamse ministers blijkt dat de excellenties zich niet laten pramen om te verschijnen in ludieke tv-programma's. - GvA, 20-03-2002. dwingen, onder druk zetten.

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

pramen

1. (Iem. ergens toe) aansporen, (iem. tot iets) aanzetten, (bij iem.) aandringen; - in zwakkere zin: (iem.) (dringend) verzoeken; - ook: (iem. tot iets) dwingen, pressen; (iem.) onder druk zetten enz. Die (prentjes) legde ik terzijde in mijn kast ... zonder er één van af te geven, alsof het een ware schat geweest was, wat ook m...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pramen

(praamde, heeft gepraamd), 1. (veroud.) drukken, knellen; 2. een dier de praam opzetten: dat paard is te wild, je moet het pramen, als het beslagen zal worden; 3. (Zuidn.) kwellen: het grote nieuws, dat ze alleen wist, praamde haar (Streuvels); 4. (Zuidn.) aansporen, aanzetten: laat u niet pramen!

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pramen

praamde, h. gepraamd (drukken, knellen); vero.; Z.-N. pramen bij iem., aandringen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pramen

('pra:mən) (praamde, heeft gepraamd) [wsch. klnb. evenals prangen] Veroud. I. Eig. knellen, drukken : iemand in zijn armen -. II. Metf. 1. benauwen : een -d nieuws. 2. dwingen : iemand te betalen. Syn. ➝ dringen.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pramen

(praamde, heeft gepraamd), 1. (vero.) drukken, knellen, eig. en fig. ; 2. een dier de praam opzetten: dat paard is te wild, je moet het pramen als het beslagen zal worden; 3. (gew.) aansporen, opjutten: laat je niet !

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)