Wat is de betekenis van Popelen?

2024-04-30
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

popelen

Popelen is het hout van de populier. Dit hout is minder geschikt als bouwhout.

2024-04-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

popelen

popelen - regelmatig werkwoord uitspraak: po-pe-len 1. ongeduldig zijn omdat je iets heel graag wilt gaan doen ♢ zij zaten te popelen om te beginnen met het spel Regelmatig werkwoord: po-pe-len ik popel ...

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Popelen

v., popelje, poperje.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Popelen

(popelde, heeft gepopeld), 1. (Westvl.) aanhoudend iets vragen met een vleiend en smekend gemompel: de bedelaars popelen om een aalmoes; het kind bleef popelen, tot het zijn zin kreeg; 2. (van het hart) snel kloppen door een bijzondere aandoening : zijn hart popelde hem van angst; ons hart popelde van vreugd bij het horen van uw lied; — verv...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

popelen

popelde, h. gepopeld (snel kloppen): mijn hart popelt van angst.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

popelen

('po:pələn) (popelde, heeft gepopeld) [klnb.] snel kloppen (van het hart): zijn hart popelde hem van angst, van vreugde. Syn. → beven.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

popelen

(popelde, heeft gepopeld), (van het hart) snel kloppen door een bijzondere aandoening: mijn hart popelde van vreugde; ongeduldig reikhalzen: zij zaten te van ongeduld.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)