Wat is de betekenis van pompernikkel?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pompernikkel

(<Hd.), m. (-s), Westfaals zwart roggebrood.

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

pompernikkel

1) (18e eeuw, vero.) (ook: pimpernikkel) (inf.) duivel; soort krachtterm. • Och pompernikkel! och! och! och! myn heer kap'tein. (Pieter Langendijk: Het wederzyds huwelyksbedrog. 1720) • Ook als de Henker staat hij bekend, dat is de duitsche naam voor den beul. Verder hebben we nog de gezegden: haal den Duivekater of loop naar den Duiveka...

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pompernikkel

[Du. Pumpernickel, afgeleid van pumpem - winden laten, en nickel = Nikolaus; spottend gezegd omdat men van dit brood winden laat] soort zwart roggebrood uit Westfalen.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pompernikkel

grof roggebrood

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pompernikkel

grof zwart Westfaals brood.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

pompernikkel

m. grof, zwart Westphaals brood.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pompernikkel

m. pompernikkels (grof zwart brood der Westfalers, soms 30 pond zwaar, dat zonder gist uit roggemeel is gebakken).

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Pompernikkel

groot grof zwart brood in Westfalen uit roggemeel zonder gist.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pompernikkel

(pompər'nikkal) m. (—s) [Dui. pimpern, een wind laten + Niklaas] groot zwart roggebrood zonder gist gebakken : de Westfalers houden veel van -.