Wat is de betekenis van Politicaster?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

politicaster

(2002) (spot.) politicus. • Fortuyns kritiek op het 'paarse regentendom' vertoont gelijkenis met het gedachtegoed van de NSB, schrijft HN op gezag van Mussert-biograaf Jan Meyers: ,,Nederland zucht zo vindt Mussert onder de 'ordening voor de vriendjes', 'terrorisering door een leger van crisis-ambtenaren' en 'rode schoolmeesters die te stom of...

2024-04-30
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Politicaster

(spottend of minachtend) politicus. Fortuyns kritiek op het ‘paarse regentendom' vertoont gelijkenis met het gedachtegoed van de NSB, schrijft HN op gezag van Mussertbiograaf Jan Meyers: ‘Nederland zucht, zo vindt Mussert, onder de “ordening voor de vriendjes”, “terrorisering door een leger van crisis-ambtenaren&q...

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Politicaster

[zie -aster] politieke beunhaas.

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Politicaster

(Politikaster) slecht politicus

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Politicaster

politicus van de koude grond.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

politicaster

m. beunhaas In de politiek.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

politicaster

m. politicasters (slecht politicus).

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

politicaster

➝ politikaster.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Politicaster

Politicaster m. (-s), slecht politicus.

Gerelateerde zoekopdrachten