Wat is de betekenis van pofmouw?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pofmouw

v. (-en), mouw met een pof (III).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pofmouw

v. (-en) wijde, vol opstaande mouw.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pofmouw

v./m. (-en), mouw met een pof.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)